Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Karakteristieke situatie Chemische wasserij

De karakteristieke situatie chemische wasserij heeft de volgende kenmerken:

  • De locatie is verontreinigd met gechloreerde oplosmiddelen.
  • De verontreiniging is vaak ontstaan door lekkage (bijvoorbeeld van het riool) of door morsverliezen.
  • De meest voorkomende verontreinigende stoffen zijn per (tetrachlooretheen) en tri (trichlooretheen).
  • Per en tri zijn mobiele en vluchtige verontreinigingen die in de bodem, onder anaërobe condities, afgebroken kunnen worden. De afbraakproducten cis (cis-dichlooretheen) en VC (chlooretheen of vinylchloride) zijn nog mobieler (en vluchtiger). Door de hoge mobiliteit van deze chloorethenen is er meestal sprake van een verspreidingsrisico naast ecotoxicologische risico’s van de stoffen in de bodem.
  • Gechloreerde oplosmiddelen zijn zwaarder dan water. Daarnaast wordt bij hoge concentraties de structuur van de bodem aangetast. Gevolg is dat wanneer er puur product aanwezig is, de verontreinigende stoffen in een doorlatende bodem naar beneden zakken. Op een slecht doorlatende laag wordt vervolgens een zaklaag gevormd. In heterogene bodemtypen kan dit tot zeer grillige en moeilijk vast te stellen verspreidingspatronen leiden.
  • Zaklagen zijn een groot probleem bij de aanpak van een chemische wasserij. In veel gevallen zijn ze aanwezig, helaas valt echter de aanwezigheid en de omvang zeer moeilijk vast te stellen. Als er met de aanwezigheid van het pure product bij ontwerp van de saneringsvariant geen rekening wordt gehouden, dan leidt dat tot een stagnerend saneringsverloop: ondanks het langdurig onttrekken van het grondwater, neemt de concentratie in het onttrokken water, door trage nalevering vanuit de zaklaag, niet meer af.
  • Chloorethenen zijn vluchtige verbindingen die uit kunnen dampen naar de bovenliggende gebouwen waardoor er humane risico’s kunnen ontstaan. Bij de karakteristieke situatie chemische wasserij is daardoor vaak sprake van blootstellingsrisico’s.